Through the Mirror
Through the Mirror
Met de solotentoonstelling ‘ Through the Mirror ‘ die Hans van der Ham (1960) bij galerie Majke Husstege in den Bosch maakt, laat de kunstenaar de kijker in een spiegel kijken. De reflectie die je ziet is niet de werkelijkheid, maar een schijnidentiteit. Voor de ware identiteit zal je door de spiegel heen moeten gaan. Met de vreemdsoortige ‘ strijders’ die hij er presenteert lijkt het alsof de kunstenaar de kijker mee wil nemen in een wereld van alchemie en toverkunst en in de wereld van onverklaarbaarheid en mystiek.
Golem als inspiratie
In de tentoonstelling ’Through the mirror’ staan een aantal geharnasten naast en door elkaar. Of beter gezegd: niet de personen als zodanig maar meer hun uitrusting in de vorm van een dekmantel om ten strijde te trekken. Geïnspireerd door etnische kunst en vooral door de aloude ‘golem’, het uit ruwe klei opgetrokken personage die door een hogepriester tot leven werd gewekt uit de Joodse cultuur, staat daar een scala aan merkwaardige figuren. In de buurt van een uit lappen donkere klei opgebouwde en met grove steken aan elkaar geregen stoere mensaap rijdt een kukluxklanachtig monstertje met fiere vaandel in een minibotsauto met in zijn kielzog een Flintstoneachtig karretje boordevol beladen vol kanonskogels in willekeurige maten. Met op zijn knieën een doodshoofd zit een gepuntmutst mannetje op een hoge kruk. Een stoet van dertien gemankeerde en mededogen oproepende kleine keramische figuren paradeert op een lange smalle tafel. Kwetsbaar armloos zijn ze of juist selfsupporting want voorzien van lange sliertige staketselarmen die als extra steunen dienen om het gemaltraiteerde lijf vooruit te slepen. Opgeblazen astronautachtige poppen staan roerloos in de ruimte met in helm of hoofd gedragen verwijzingen naar gevechtsonderdelen van leger, duikboot of ander militair attribuut. Hier en daar voorzien van puntmuts of vaandel, van een vlam in de hand of een alchemistische bol als teken van bezwering.
Camouflagepak
Kunstenaars zijn ongevaarlijk want hoogstens illustreren zij een denkbeeldig gevaar. Is dat genoeg? Is het voldoende dat de kunstenaar van vandaag zijn vermogen tot verbeelding beperkt tot de illusoire boodschap van de verbeelde waarschuwing ? Vrijheid van verbeelding: jazeker. Kansrijk vermogen van de waarschuwing en ook nog op een luchtige en ironische toon. Wat een heerlijke onschuld en wat een geluk dat er kunstenaars in staat zijn om via de verbeelding het onheil zowel vorm te geven als bij de heftigheid ervan vraagtekens te zetten.
‘Through the Mirror’ is een merkwaardig en bizar sprookjesland dat zowel de verbeelding prikkelt als de realiteit van het alledaagse leven tart en uitdaagt. De kunstenaar laat zien dat het zelfverkozen kunstmatige eiland van de verbeelding de meest veilige haven is en kijkt in verbazing - zo niet verbijstering - naar de samenleving onderwijl de kijker een camouflagepak biedend om in de fantasie ten strijde te trekken.
Wolven in schaapskleren
De mythe van de zielloze wezens die Van de Ham tovert is zowel ontroerend als grotesk. Weet de kinderlijke pierrot in duikerspak met de hand ferm omhoog de extremisten onder ons een halt toe te roepen? Of is zijn gezel de berige figuur met de geldbuidel de personificatie van de Scheringa’s en de Rijkman Groeninks in deze wereld? Wie zijn de wolven in schaapskleren die zich hier hebben vermomd? Wie trekt tegen wie ten strijde?
De kunst speelt toneel, laaft zich aan de aloude ‘commedia del arte’ en dat staat haar volkomen vrij. En toch: zou de onschuldige fantasie bij machte zijn een betekenisvolle rol te spelen in deze tijd? Is de verbeelding de laatste vluchtheuvel voor een wereld die in werkelijkheid aan absurditeit regelmatig kopje onder gaat? In een tijd waarin het recht van de sterkste zegeviert zijn zinnebeelden helaas beperkt voor dromers en voor zieners. De hang naar het vertellen van verhalen, naar bezweringen en ironie is echter groot en lijkt een typisch antwoord op de huidige tijdsgeest.
‘Through the Mirror’ is een vrijage met absurdisme en relativering en vaart mee op de golven van vriendelijke lichtvoetigheid waarmee kunstenaars vandaag de dag een poging doen de kijker met een glimlach naar de harde alledaagse werkelijkheid te laten kijken. Om hem te verleiden door de spiegel van het eigen gelijk heen te laten kijken. Om te zien tenslotte dat de kunstenaar dolende ziellozen een homemade harnas voor de illusie aanbiedt.
Tine van de Weyer
Expositie ‘Through the Mirror’ Hans van der Ham galerie Majke Hüsstege Verwerstraat 28 Den Bosch tot 21 maart 2010